Het Varroa-project

Het Varroa-project in Oldenzaal

Al enkele tientallen jaren is de varroamijt een belangrijke oorzaak van de sterfte bij bijenvolken. Als de varroamijten niet bestreden worden zal een bijenvolk binnen een paar jaar de besmetting met de mijten niet overleven. Daarom gaan imkers enkele keren per jaar met allerlei (al dan niet toegelaten) middelen hun bijenvolken behandelen tegen de varroamijt. Het betreft dan bijvoorbeeld mierenzuur en oxaalzuur die weliswaar het grootste deel van de mijten doden maar ook de gezondheid van de bijen kunnen aantasten.

Omdat het belangrijkste product van de bijen honing is, een natuurproduct, zoeken imkers naar mogelijkheden om bestrijdingsmiddelen te vermijden. Er duiken al jarenlang berichten op van bijenvolken die er in slagen te overleven zonder dat de varroamijt bestreden wordt. Het blijkt dat vaak deze volken op een zo natuurlijk mogelijke manier door imkers worden gehouden of in het wild leven. De bijenvolken zijn dan vitaler en kunnen beter met de varroamijt omgaan.

Er ontstaat dan een natuurlijk evenwicht tussen de gastheer en de parasiet, in ons geval tussen het bijenvolk en de varroamijt. Er zijn wel mijten in het volk aanwezig maar de besmetting blijft op een laag niveau. Vaak wordt dit evenwicht verstoord door de imker. Door allerlei ingrepen zoals het invoeren van vreemde moeren, omlarven, kunstmatige teelt van moeren en bestrijding van de mijt raakt het evenwicht tussen bijenvolk en varroamijt verstoord. Het bijenvolk wordt zwakker en de sterkste mijten blijven over. Hierdoor is men gedwongen om de bestrijding van de mijten steeds te herhalen.

Overal is men op zoek naar varroa-tolerante bijen. Door diverse publicaties in de afgelopen jaren over dit onderwerp hebben we bepaalde ideeën opgedaan. Daarom hebben wij in Oldenzaal in 2019 een project opgezet (het Varroa-project) om te kijken hoe wij zelf varroa-tolerante bijen kunnen telen. Wij zijn daarbij uitgegaan van een paar volken die niet of nauwelijks behandeld waren en waarin toch weinig mijten voorkwamen. Deze volken worden niet meer behandeld tegen de varroamijt. We gaan zo min mogelijk ingrepen doen. We gaan ieder jaar verder telen van de volken die de winter goed zijn doorgekomen en die zich in het voorjaar goed hebben ontwikkeld. Daarbij kunnen de bijenvolken zich per generatie verder aanpassen in het omgaan met de varroamijt.

Er zijn enkele enthousiaste imkers van onze vereniging die aan het project meedoen. Wij imkeren met onze eigen bijenvolken op verschillende locaties met zo weinig mogelijke ingrepen op een natuurlijke en bijenvriendelijke manier. Daarbij kunnen we gebruik maken van elkaars kennis. Belangrijk is verder dat gewerkt wordt met lokale bijen en standbevruchting. Wanneer de resultaten veelbelovend zijn hebben wij de mogelijkheid het project verder uit te breiden door andere imkers mee te laten doen.  Het einddoel is varroa-tolerante bijenvolken te verkrijgen zodat wij geen bestrijdingsmiddelen meer hoeven te gebruiken.

Behalve de imkers uit het bovengenoemd project zijn er sinds 2020 ook enkele imkers bezig om op een andere (milieuvriendelijke) manier te proberen de mijten aan te pakken. Zij maken gebruik van het toedienen van roofmijten. Deze roofmijten zoeken de varroamijten op en steken er in. Het gevolg is dat de varroamijten dood gaan.