Varroa-resistente bijen vliegen door Brabant
7-SEP-2020 – Bij het Brabantse provinciehuis in ’s-Hertogenbosch is een speciale bijenkast geplaatst. Niet alleen is deze kast volgestopt met allerlei meetapparatuur, ook wordt zij bevolkt door honingbijen die de Varroa-mijt bij kop en kont, mét haar jonkies, uit het broed verwijderen. De Stichting Arista Bee Research hoopt dat de bijen gaan doen waar ze voor kwamen. En dat er nog vele zullen volgen.
Deel deze pagina
“Ik was er zo klaar mee om steeds meer pesticiden en zuren voor mijn bijen te moeten gebruiken om ze van de Varroa-mijt te kunnen bevrijden! Ik wilde een natuurlijker manier van werken en ging op zoek naar een andere methode.” BartJan Fernhout raakt nog steeds geïrriteerd als hij denkt aan alle bestrijdingsmiddelen die nodig zijn om de bijenvolken te beschermen tegen de Varroa-mijt. Als jochie van veertien had hij al zijn eerste bijenkast achterin de tuin. Tijdens zijn loopbaan werd hij medisch bioloog en ontwikkelde vaccins tegen virussen en bacteriën bij dieren. Nu, zo’n veertig jaar later, denkt hij met zijn kennis en ervaring de oplossing gevonden te hebben tegen de Varroa-mijt. Hij richtte de Stichting Arista Bee Research op en teelt nu met honderdvijftig Europese imkers Varroa-resistente bijen.
Zonnepanelen op de bijenkast met de Varroa-resistente bijen zorgen voor energie voor de apparatuur in de bijenkast. De apparatuur verzamelt een schat aan data over het bijenvolk: de bijen worden nauwkeurig geteld, gewogen en getemperatuurd in het broednest. Ook stellen de imkers regelmatig de mijtbesmettingen vast. Zo kan men precies zien hoe het met het bijenvolk gaat. (Bron: Ellen Tenbült)
Virussen en bacteriën
Al zo’n honderd jaar geleden sprong de Varroa-mijt van de Aziatische honingbij over naar de Westerse honingbij. Deze had er geen antwoord op, met als gevolg dat vele bijenvolken een aanval van de mijt niet overleefden. “De mijten hebben voedsel voor zichzelf en hun nageslacht nodig, dat ze halen uit de poppen van de honingbij. Maar met het ophalen van hun voedsel, brengen ze ook virussen en bacteriën binnen bij de bijen. Er is veel onderzoek gedaan naar de diverse ziekten die veroorzaakt werden door deze virussen en bacteriën. Echter, de ziekten worden verspreid door de Varroa-mijt. Als we deze mijt bestrijden, zijn we dus ook af van deze ziekten bij de bijenvolken.”
Ongevoeliger mijt
Imker Dirk van der Linden en BartJan Fernhout (Bron: Ellen Tenbült)
De Varroa-mijt vestigt zich in de cel van de pop van de bij. Daar maakt de moeder-mijt een gat in de pop voor eigen voedsel en voedsel voor de drie tot vier jonge mijten. Omdat de pop in een gesloten cel zit, is het voor de imker pas zichtbaar dat de mijt heeft huisgehouden als een gemankeerde bij uitvliegt. Veel bijen gaan meteen dood, andere overleven de winter niet. Imker Dirk van der Linden, die vier bijenkasten bij het provinciehuis heeft staan, legt uit: “Als een volk te klein wordt aan het einde van de zomer omdat de jonge bijen misvormd of dood zijn geboren, overleeft het volk de winter niet. Zo zijn er heel wat volken ter ziele gegaan. Bestrijden van de mijt kost veel tijd. De Varroa-mijt wordt steeds ongevoeliger voor onze bestrijding, dus inmiddels is wel duidelijk dat de oplossing van de bijen zelf moet komen.”
Oplossing gevonden
BartJan Fernhout denkt met zijn Stichting Arista Bee Research die oplossing gevonden te hebben door bijen te telen die de eigenschap hebben om het te kunnen ruiken als een Varroa-mijt zich aan het voortplanten is. “Dat doet de mijt in een pop, die in een gesloten cel zit. Deze bij maakt het dekseltje open en gooit moeder met kinderen uit het broednest. Dat doet de bij letterlijk. De kinderen overleven dit sowieso niet. Als de moeder het wel overleeft en het nog een keer probeert, gebeurt hetzelfde. Dat kan de moeder-mijt maar twee tot drie keer doen, en uiteindelijk gaat ze ook dood”, legt BartJan uit.
Homogeen bijenvolk
BartJan en de andere bij Arista aangesloten imkers, selecteren de volken volgens een methode die de Amerikaan John Harbo eind vorige eeuw als eerste introduceerde: bijen telen die de bestrijding van de Varroa-mijt zelf ter hand nemen. De imkers telen daarvoor homogene bijenvolken. “In plaats van een volk te telen van een koningin met tien tot vijftien darren, doe we het andersom. We nemen zo’n vijftien koninginnen en maar één dar per koningin. Zo ontstaan vijftien volkjes met homogene eigenschappen. Elk volkje krijgt daarna honderd tot honderdvijftig Varroa-mijten te verstouwen. Als ze erin slagen de mijten te verwijderen, telen we verder met juist dat ene volkje. Zo krijgen we bijen met een karaktereigenschap en gedrag dat de mijt zelf bestrijdt.”
Innovatiefonds
Het bijenvolk (Bron: Ellen Tenbült)
In de regio Noordoost Brabant – de regio waar Arista thuis is – wil Arista met de lokale imkers als eerste regio in de wereld overstappen op bijen die resistent zijn tegen de Varroa-mijt. Bij het provinciehuis in ’s-Hertogenbosch werd daartoe een speciale bijenkast geplaatst. Er huist een Varroa-resistent bijenvolk in, met speciale eigenschappen. BartJan: “Ze doen ook mee in het selectie-programma van Varroa-resistente volken die bestand zijn tegen de mijt. Maar ze halen ook goed honing en ze zijn zachtaardig.”
Als er voldoende fondsen worden gevonden, kan een grote groep imkers op hetzelfde moment overstappen op deze bij. “We zijn op zoek naar nieuwe plaatsen voor deze kasten. Daarvandaan kunnen de resistente bijen zich al verspreiden en bovendien zorgen ze voor de financiering van ons teeltprogramma”, legt BartJan Fernhout uit.
De bijenkast bij het Brabantse provinciehuis werd mogelijk gemaakt door een subsidie via het Landbouw Innovatiefonds Brabant. Dit fonds is een samenwerking van de provincie en ZLTO.
Tekst: Annelies Cuijpers, provincie Noord-Brabant
Foto’s: Ellen Tenbült, provincie Noord-Brabant